Het was op 14 februari niet alleen Aswoensdag, maar ook Valentijnsdag. In ons R.K. geloof  begint de Veertigdagentijd, ook wel vasten genoemd. Het is de start van de voorbereiding op het Paasmysterie van lijden, de dood en opstanding van Christus.   
Na het uitbundig vieren van carnaval, in sommige streken althans, begint een tijd van soberheid en bezinning. Vroeger lag er een grauwsluier over die tijd, een aswolk met het accent op de eigen zondigheid en schuld, tegenwoordig ligt de nadruk op kansen en mogelijkheden als je gaat in het spoor van Christus, op de weg van zijn liefde. Toch een beetje Valentijn dus!
In de alternatieve Aswoensdagviering is dit gevierd en vormgegeven met een aangepast ritueel.
 
In deze dagen Christen zijn hoe is dat? Veertig dagen heeft Jezus gevast in de woestijn.
Hoe staan wij op dit moment in het leven in deze wereld? Houden wij hoop?

Na het openingslied baden we samen met de woorden: ’U Heer brengt ons hier samen op Aswoensdag’ met verlangen naar gerechtigheid aan het beging van de vastentijd. Een tijd van bezinning en het toeleven naar Pasen’. Na de lezingen en de antwoordpsalm 51 vroegen wij om ‘Vergeving aan de Heer, want onze schuld is groot.’

Weten wij in deze tijd eigenlijk nog wel wat vasten is? Vasten in deze tijd is zich onthouden van luxe en niet meer alleen geen vlees eten, zoals vroeger. Het is meer een poging weer in het reine te komen met elkaar, de mensen om je heen, en met jezelf. Nadenken over wat betekent God voor ons en wat betekenen wij voor de wereld. Hoe gaan wij met de wereld om leven wij uit alleen voor luxe of is het in deze tijd: ‘Wie dan leeft wie dan zorgt hij moet maar zien? Is dat de juiste weg? Is dit schijnheiligheid, schone schijn? Vooral bezig zijn met onszelf voor het oog van de mensen óf opkomen voor de minderbedeelden, zieken en armen en mensen die niet voor zichzelf kunnen opkomen. Leef niet voor macht, maar voor de mensen om je heen. Denk en zorg, kijk om naar anderen, dat is échte heiligheid.

Na de tweede lezing, het Heilig Evangelie en de overweging volgde een moment van stilte om na te denken over: ‘Wat geeft hoop en licht in ons leven en deze wereld.’

Aan het eind van de viering volgde geen askruisje maar een ander ‘hoopvol gebaar’, dat ons herinnert aan de liefde van Christus. Voor ieder die er voor open stond een zalving met olie op het voorhoofd door de voorganger te ontvangen. 
De voorganger stuurde ons naar huis met ‘de Zegen van God.