Missionaris in Congo
Zondag 9 februari in de Bonifatiuskerk
Het was op 25 november 2024 zestig jaar geleden, dat pater Frans ten Bosch uit Lichtenvoorde in het toenmalige Belgisch Congo werd vermoord. Het nieuws kwam hevig aan in Lichtenvoorde en in de kerkdorpen. Er werd al gevreesd dat de opstanddelingen, de Simba’s, in de Congo, gewelddadig zouden zijn. In het onafhankelijk verklaarde Congo stonden groepen tegenover elkaar. Wat werd gevreesd gebeurde. Een groot aantal missionarissen en zusters werd vermoord.
Verkondiging en sociaal werk
In 1946 vertrok Frans ten Bosch naar de Congo. Lichtenvoorde was trots op hem en er was familie en een achterban dat hem steunde in zijn werk. De enige communicatiemiddelen in die dagen waren brieven. Een deel daarvan met foto’s is bewaard. Tegenwoordig wordt door sommigen het werk van missionarissen cynisch afgedaan als ‘zieltjes winnen’. Zonder kennis van het sociale werk van deze ontwikkelingswerkers van het eerste uur. Natuurlijk werd ook het geloof verkondigd, maar steeds verbonden met sociaal werk voor de vele allerarmsten. Als je de brieven van Frans ten Bosch leest, is dat duidelijk. Steeds vraagt hij om allerlei spullen. Die werden dan vanuit Lichtenvoorde in kisten opgezonden. Een lange reis per schip naar de Congo. Frans bouwde kerkjes die multifunctioneel waren om ze behalve voor de eredienst ook te gebruiken voor sociale activiteiten. Scholen werden gesticht en medische posten. Frans vraagt in zijn brieven regelmatig om medicijnen vooral tegen de malaria. Hij werkte vele jaren in Batama, een dorp in het oerwoud. In die omgeving werkte ook pater Jan de Vries uit Bredevoort. Zij kenden elkaar goed. Jan de Vries verving hem toen hij in 1962 voor zijn laatste verlof in Lichtenvoorde was.
Zijn laatste standplaats
Na zijn terugkeer werkte hij in het bloedhete Stanleystad, dichtbij een ziekenhuis. Het pastoraat daar vond hij belangrijk. In een brief schrijft hij over de hoop op rust in het politieke landschap van Congo. Het bleek zijn laatste plek te zijn. De opstandelingen trokken plunderend en moordend rond. Zij kwamen ook in de stad en namen de missionarissen gevangen, ook Frans ten Bosch. Zij werden gefolterd en doodgeschoten. Een paar broeders hadden van de bende de opdracht gekregen om de lichamen in de rivier te dumpen, maar het was al laat geworden. Volgens een Vlaams getuige had Frans ten Bosch nog gezegd: ‘Broeders, ik zal niet meer genezen, mijn benen zijn verlamd.’ Daarna overleed hij. Ook missionaris Jan de Vries uit Bredevoort werd eind november 1964 in Bafwasende vermoord. Zijn lichaam werd in de rivier geworpen en is nimmer teruggevonden.
Gedenken
De gebeurtenis in Congo was wereldnieuws. In Lichtenvoorde was de ontzetting groot. Er kwamen initiatieven om Frans ten Bosch te gedenken. Een straat in aanbouw werd naar hem genoemd. Ook een basisschool kreeg zijn naam. Zestig jaar na deze gebeurtenissen is het goed om Frans ten Bosch en zijn goede werk te gedenken. Wij leven thans in een turbulente wereld waarin ‘eigen volk eerst’ klinkt. Zeker, de noden dichtbij verdienen alle aandacht. Het werk echter van de eerste zendelingen en ontwikkelingswerkers als Frans ten Bosch openen onze ogen ook voor de noden veraf. Frans ten Bosch werd door het ideaal van de woorden van Christus in het evangelie van Mattheüs gedreven: ‘Voorwaar Ik zeg u: al wat gij gedaan hebt voor een dezer geringsten van mijn broeders hebt gij voor Mij gedaan’. De herdenkingsdienst van Woord en Gebed, ook met beelden, op zondag 9 februari begint om 11.00 uur. Plaats: Bonifatiuskerk te Lichtenvoorde. Het is tevens een start van een missionair project op initiatief van de Caritas uit Bredevoort.