Van Ludger tot Adrianus

Katholiek Eibergen door de jaren heen

Bij Het herdenken van zo’n mijlpaal als het 200-jarig bestaan van onze parochie, is het goed om terug te kijken naar wat er zoal in die periode is gebeurd en wat er vooraf ging aan het stichten van parochie. Immers, elke toekomst is gebouwd op het verleden.

De geschiedenis van het Christendom in Eibergen en omstreken is uitvoerig beschreven in de boekjes "kostgangers van Onze Lieve HEER", door F.J. de Leeuw (1985). De ECHO-redactie heeft deze boekjes nog eens doorgelezen en samengevat. 

 

De eerste Mattheusparochie

Het Christendom werd op deze wijze hardhandig ingevoerd door Karel de Grote (768-814). De hier wonende Saksen verzetten zich hier onder aanvoering van Wittekind.

De ongelijke strijd werd echter ten gunste van Karel de Grote beslist. In 792 stelde hij de heilige Ludger tot herder van het westelijk deel van het land der Saksen aan. In 804 werd deze tot eerste bisschop van Münster gewijd. De Achterhoekse kerken behoorden tot dit bisdom. Eibergen behoorde tot de uitgestrekte oerparochie Groenlo, die in 1193 onder het aartsdekenaat van Vreden kwam. In de loop van 13e eeuw werd Eibergen een zelfstandige parochie, waaronder het open stadje Eibergen, Hupsel, Holterhoek, Rekken, Mallem, Het Loo en Haarloo vielen. Eibergen kreeg ook een eigen kerk, die omstreeks 1250 werd gebouwd op de plaats waar voorheen een kerkhofkapel stond. Omstreeks 1500 heeft men over het bestaande schip een hoger en breder schip gebouwd. Zo ontstond de oude Mattheuskerk, thans de Nederlandse hervormde kerk. In de 14e eeuw werden in Rekken kapellen gesticht, die door de pastoor van Eibergen werden bediend, als tegenprestatie daarvoor werden stukken grond aan de kerk geschonken. 

 

De reformatie

In de late middeleeuwen slopen veel misbruiken de katholieke kerk binnen. Veel priesters leefden in concubinaat. De plattelandsbevolking werd vaak door kloosters uitgebuit en er heerste grote armoede onder de bevolking. Van vele zijden werd getracht hieraan een paal en perk te stellen. Op 21 oktober 1517 hing de Augustijner monnik Maarten Luther in Wittenberg zijn 95 stellingen tegen misstanden in de kerk op.

Omdat hij weigerde deze stellingen op last van de paus te herroepen, werd de reformatie een feit. Aanvankelijk ging deze kerkstrijd aan de katholieken in deze streken vrijwel ongemerkt voorbij. Na 1577 is echter een groot deel van de bewoners van de Gelderse Achterhoek geleidelijk naar de nieuwe religie overgestapt, al bleef op bepaalde plaatsen, o.a. Groenlo, de moederkerk trouw. Het dorp Eibergen is vrijwel geheel naar de nieuwe godsdienst overgegaan; Mallem en het Loo, geheel Rekken en Holterhoek grotendeels. Hupsel bleef op één uitzondering na (Scholten Brunning) katholiek. In 1616 werd de toen zelfstandige heerlijkheid Borculo, waartoe ook Eibergen behoorde, door Prins Maurits bij Gelderland, en zo bij Nederland ingelijfd. Evenals in Nederland werd de "Gereformeerde religie" de publieke godsdienst. Dit betekende niet alleen afwijzing van de Roomse leer, maar ook van de Lutherse, die in de heerlijkheid tot in de hoogste kringen ingang had gevonden. Geleidelijk sloten zich katholieken en luthersen aan bij de Hervormde gemeente. De calvinistische leer vond hier dus veel later ingang dan in Holland. Mogelijk daarom heeft het strijdvaardig en dogmatisch gefundeerde calvinisme in dit deel van de Achterhoek minder diep wortel geschoten. Het jaar 1616 was het definitieve einde van de St. Mattheusparochie in Eibergen. De protestanten namen toen bezit van de Mattheuskerk.

 

Katholieke godsdienst verboden

Aanvankelijk konden de katholieken nog in Groenlo ter kerke, maar toen de stad in 1627 door Prins Frederik Hendrik op Spanjaarden werd heroverd, werd ook dit steeds moeilijker.

Door de provincie Gelderland werden alle vergaderingen en bijeenkomsten tot uitoefening van hun religie aan de katholieken verboden. De nog overgebleven en vooral de Duitse priesters trachtten, ondanks het daarvan verbonden gevaar, hoofdzakelijk ‘s nachts de zielzorg uit te oefenen in het gebied van Groenlo. Verkleed als boeren of marskramers trokken de paters uit Vreden-Zwillbrock door het grensgebied, om op afgelegen plaatsen voor te gaan in het beleiden van het oude geloof. Toen ook dit steeds moeilijker werd, werden aan de Duitse kant van de grens missieposten gesticht, waar katholieken de sacramenten konden ontvangen. Op kerstmis 1651 werd in Zwillbrock in de openlucht een nachtmis gevierd, waarbij enkele duizenden katholieken uit de heerlijkheid Borculo en uit Groenlo en omgeving aanwezig waren. Dit was de aanzet tot het bouwen van een kapel, die tussen 1712 en 1720 vervangen werd door de thans nog bestaande prachtige barokkerk van 1672 tot 1674 is deze streek nog in handen geweest bisschop van Münster, Bernhard von Galen, ("Bommen Bernd")  en werd de Mattheuskerk tijdelijk weer toegewezen aan de hier nog overgebleven 40 katholieke gezinnen. Vele jaren lang in de 17e en 18e eeuw zijn onze voorouders langs de Kloppendiek en de Kerkdijk naar Zwillbrock ter kerke gegaan. Deze mensen moesten ongelofelijke offers brengen om hun geloof te beleven. 

 

De tweede Mattheusparochie

Toen in 1795 de patriotten met behulp van Franse legers de Bataafse Republiek stichtten, besliste de nationale vergadering dat er geen bevoorrechte of heersende kerk werd geduld. De Eibergse katholieken reageerden direct op deze beslissing, want bij akte van de Vicaris-generaal van Münster werd nog in 1795 de statie Eibergen opgericht. Als eerste pastoor na de hervorming werd de Zwilbrockse pater Arnoldus Knicking benoemd.

Nog in hetzelfde jaar wordt van Antony Tankink op vaarwerk een boerenhuis op hoek Grotestraat-Whemerdijk gehuurd, waar op 9 augustus 1795 door pastoor Knicking voor de eerste maal de H. Mis werd opgedragen. Dit pand werd in 1804 aangekocht voor de som van f 750,--. Tot de eerste kerkmeesters werden verkozen Jan-Derk Harbers (Eibergen), Gerrit Olminkhof (Oude Eibergen), Gerritwillem Alfrink (Hupsel) en Hendrik Boerhof (Mallem). Geleidelijk aan nam het aantal katholieken toe. In 1817 waren er al 700 parochianen, waarvan 70 tot 80 in het dorp en de overigen in de buurtschappen. De eerste kerk werd daarom al gauw te klein.

Verbouwing en vergroting ervan had, in verband met de slechte staat, geen zin. In 1822 werd onder pastoor Johannes Arnoldus Abbink (1817-1835) begonnen met de bouw van een tweede kerk aan de Whemerdijk, waar later, de naai - en bewaar school zou verrijzen. Deze kerk op 5 oktober 1824 ingewijd door de aartspriester van Gelderland. Eigen bisschoppen waren in Nederland nog niet toegestaan. Pas in 1853 werd de bisschoppelijke hiërarchie hersteld. De bisdommen werden verdeeld in dekenaten en de staties der Hollandse zending werden  tot parochies verheven. Voor de St. Mattheusparochie gebeurde dat officieel bij schrijven van 13 februari 1855 van aartsbisschop Mgr. Johannes Zwijsen. Aangezien het aantal katholieken in Eibergen en Rekken fors bleef toenemen werden in de loop der jaren zowel de kerk in Eibergen als de kapel in Rekken, die vanuit Eibergen werd bediend, veel te klein voor het zondagse kerkbezoek. In 1872 werd de thans nog bestaande kerk in Rekken gebouwd. Aan de bouw van deze kerk werkten ook veel leden van N.H. gemeente. Hieruit blijkt dat de goede verstandshouding tussen protestanten en katholieken in Rekken al van oudsher heeft bestaan. Pas in juli 1914 werd Rekken een zelfstandige parochie. De Eibergse kapelaan W. de Groot werd er de eerste pastoor. Ook de kerk aan de Whemerdijk moest wegens ruimtegebrek nodig worden vervangen. In 1875 werd begonnen met de bouw van een nieuwe kerk, ca. 50 meter achter hotel de Klok. Het is een voor die tijd veel voorkomend standaard type, enigszins gelijkend op de kerk in Rekken. Op 8 februari 1876 werd deze kerk ingewijd door deken B.F. Terwindt. Zowel de kerk in Rekken als die in Eibergen werden gebouwd onder pastoor P. van den Hurk (1866-1903). 'Gesitueerd' als hij was, heef hij ook in ruime mate financieel aan de bouw bijgedragen.

Al gauw vrij na de totstandkoming bleek dat de kerk in Eibergen niet erg solide was gebouwd en dat de steeds weer terugkerende reparaties voor hoge kosten zorgden. Waarschijnlijk al in 1929 werd gedacht aan nieuwbouw toen het R.K kerkbestuur van de familie Ellerbeck de huizen aan de Grotestraat met schuren, tuinen en erven kocht. Hierbij hoorde ook de later omgebouwde leerlooierij aan de Fabrieksstraat. In 1934 werd het naast hotel de Klok gelegen woonwinkelhuis van schoenmaker Scholten geruild voor de oude pastorie aan de Whemerdijk. Hierdoor kwam er voldoende ruimte vrij voor de bouw van de huidige kerk en pastorie. De nieuwbouw vond plaats onder pastoor E.F. de Jong (1877 - 1942). Architect J. Sluymer uit Enschede ontwierp de kerk en pastorie. De bouw werd gegund aan de fa. J.M. te Drosthorst uit Lichtenvoorde voor de som van f 55.987.50 voor de kale bouw. De werkelijke kosten bleken later veel hoger te zijn. Inclusief verwarming, altaar, communiebanken, kerkbanken en de aanleg van de tuin kwamen de kosten boven de f 100.000,--  Vóór het bouwen moest het terrein worden opgehoogd met schoon zand, dat gedeeltelijk door een aantal katholieke boeren werd aangebracht. De kerk is op 5 november 1935 ingewijd door Mgr. Jansen, aartsbisschop van Utrecht. De tuin is tot 1967 gebruikt voor de jaarlijkse sacramentsprocessie, die altijd ook grote belangstelling trok van niet-katholieken. De kerk is opgetrokken uit een bijzondere mooie handgevormde steen, die doet denken aan kloostermoppen. Het sobere interieur mist de tierlantijnen die veelal in oudere kerken voorkomen. Een belangrijke wijziging onderging het interieur in 1975, toen grote houten kruis boven het altaar werd vervangen door de twee diepreliëfs in gedreven koper, aan weerszijden van een koperen kruis, van de kunstenaar José Pirkner. De voorstelling is gewijd aan de H. Mattheus, patroon van deze kerk. Het kunstwerk is een schenking van de vroegere stichting St. Antoniusgesticht.

 

Sint Mattheus, patroonheilige van Eibergen

Jaarlijks op 21 september of tegenwoordig op de zondag die daar het dichtst bij ligt, viert de locatie Eibergen (voorheen: parochie Eibergen) het feest van haar patroon: De apostel en evangelist Mattheus. De plechtige Eucharistieviering wordt besloten met het zingen van het Mattheus lied, geschreven door pastoor B.A.W. Kater (zie hieronder).

Iedere parochie heeft tenminste twee eigen feesten; het eerste is het feesten van de kerkpatroon; het andere is het feest van de kerkwijding. De huidige kerk werd gewijd op 5 november 1935, maar aan de kerkwijding wordt tegenwoordig geen bijzondere aandacht geschonken, of het  zou een lustrum of een ander bijzonder jubileum moeten zijn. Volgens de traditie moet  op de dag van de wijding  kermis worden gevierd. Kermis is immers een afleiding van kerkmis. Merkwaardig genoeg werd in Eibergen echter sinds mensenheugenis kermis gevierd op de sterfdag van de patroonheilige, 21 september. Maar ook elders werd de kermis gevierd op de sterfdag van de kerkpatroon. Generaties Eibergenaren hebben op 21 september kermis gevierd. Want Mattheus was ook al de patroon van de voor-reformatorische parochie Eibergen. De calvinisering van Eibergen, vanaf 1615, heeft de traditie van de kermis op het feest van de kerkpatroon niet kunnen breken. Dat gebeurde eerst in onze tijd.

De in 1795 opnieuw van start gegane Rooms-Katholieke Static’ Eibergen heeft de H.Mattheus weer tot haar kerkpatroon gekregen. Zoals ook elders gebruikelijk werd de voor - reformatorische kerkpatroon ook de nieuwe. Het naburige Neede kreeg daardoor zelfs twee St. Ceciliakerken: te Rietmolen ( de oudste) en te Neede. De laatst genoemde is pas in de 19e eeuw afgesplitst van Rietmolen. Hiermee werd de verbondenheid tussen de ouden en de nieuwe parochie met de traditie benadrukt. Tot in de Bataafse-Franse-tijd  was het kerkgebouw van de Nederduits-Gereformeerde Gemeente, zoals de naam van de huidige hervormde gemeente toen luidde, ook het kerkgebouw voor  de Eibergse Katholieken. Tot diep in de 18e eeuw huwden katholieken, verplicht, in deze kerk, lieten er verplicht hun kinderen dopen en werden tot 1823 begraven op het oude kerkhof rondom de kerk. Het onderhoud van het kerkgebouw was een zaak die alle ingezetenen van het kerspel Eibergen aanging, dus ook de katholieken.

Waarom kerken een patroonheilige hebben 

In het algemeen worden katholieke kerkgebouwen bij hun wijding onder een speciale bescherming gesteld van een heilige. Van die heilig moet een relikwie, dat wil zeggen een overblijfsel van het lichaam van de patroonheilige of van een voorwerp dat nauw in verband heeft gestaan, aanwezig zijn. De patroonheilige is soms meer, soms minder, onderhevig aan intensieve verering. In de katholieke  traditie is een heilige de benaming voor een gelovige die door leven en sterven, een heldhaftig getuigenis heeft afgelegd van zijn of haar  geloof in Christus en opgenomen in de eeuwige heerlijkheid, kan worden aangeroepen om zijn of haar voorbede en meer in het algemeen wordt vereerd. In het bijzonder werden martelaren onderwerp van verering. Sinds de vierde eeuw werd het gebruik boven of bij hun graf een altaar te plaatsen. In later tijd werd het de gewoonte in iedere kerk onder het altaar relieken te plaatsen. Nog weer later werden deze relieken tijdens de wijding ingesloten in het altaarblad door middel van een ingemetselde altaarsteen.

Leven werken van de apostel en evangelist

De schrijver van het eerste evangelie is volgens de algemene en onafgebroken traditie sinds de vroegste tijden de apostel Matheus. Voordat hij door Jezus tot de kring van zijn leerlingen werd geroepen was Mattheus tollenaar. Dit woord is afgeleid van het Griekse woord “telos”, dat belasting betekend. Dit waren degenen de van de Romeinse overheid de tol en belastingheffing gepacht hadden of in dienst van zulke pachters waren. In de Joodse samenleving waren ze gehaat en veracht, waarschijnlijk om hun willekeur en hebzucht, maar nog meer om hun onreinheid wegens hun contacten met heidenen. Een randgroep dus waarop Jezus van Nazareth mede zijn aandacht gericht heeft. Mattheus is dezelfde persoon als Levi, de zoon van Alfeüs. Waarschijnlijk is Levi zijn Joodse naam en Mattheus de naam waaronder hij bij de christenen bekend was. Op grond van de activiteiten vóór zijn roeping is Mattheus uitverkoren tot beschermheilige van de belastingambtenaren, douaniers en geldwisselaars. Over zijn levensloop en missiewerk is weinig met zekerheid bekend. Daarover bestaan  wel enige overleveringen. Een daarvan luidt dat hij na ’s Heren Hemelvaart naar Egypte is vertrokken zou zijn. Daar  zou  hij onder houden zijn door een hofbeambte  die door de diaken Philippus gedoopt was. Mattheus zou er twee tovenaars hebben overwonnen hebben die het volk betoverden en daardoor  grote onrust veroorzaakten. Hij zou de dochter van de koning van Egypte van melaatsheid hebben genezen en de overleden zoon van de koning het leven hebben teruggeschonken.  Waarschijnlijk verkondigde hij het evangelie in Palestina en misschien ook in Perzië en Medië. Hij vond omstreeks  het jaar 90 in Etheopië de dood tijdens het bewind van keizer Domitiaan. Over de Wijze waarop hij overleed lopen de verhalen uiteen. Griekse legenden beweren dat Mattheus een vreedzame dood stierf. Volgens andere overleveringen zou hij de marteldood zijn gestorven, doorstoken door een lans of zwaard. In de beeldende kunst vinden we hem daarom afgebeeld met een lans of hellebaard. Dit is een verwijzing naar het martelaarschap  onder keizer Domitiaan. Als zodanig is hij ook afgebeeld in het schip van de Hervormde kerk van Eibergen, vlak voor de triomfboog, die het schip scheid van het koor. Heel bijzonder aan de schildering is dat de heilige ook is afgebeeld wordt met een boek in de rechterhand. In afbeeldingen van deze heilige is dit niet gebruikelijk. Het kan zijn dat de schilder hiermee Mattheus activiteit als evangelist heeft willen benadrukken. Soms wordt Mattheus ook afgebeeld met een beurs, symbool van zijn vroegere beroep als tollenaar. Voor zo ver bekend wordt hij in geen der Eibergse afbeeldingen als zodanig weergegeven.

Mattheus in de beeldende kunst van de beide Mattheuskerken  van Eibergen

In de oude parochiekerk van Eibergen, sedert 1616 het kerkgebouw van de Nederduitsgereformeerde of Hervormde  gemeente van Eibergen, komt de kerkpatroon op twee plaatsen voren: In de eerste plaats als schildering in het gewelf in het schip voor het koor. Hij is afgebeeld met een hellebaard in de linkerhand en een boek in de rechterhand. De  schildering kwam bij de restauratie in het begin van de jaren ’70 weer tevoorschijn.

Het was overigens bekend dat deze schildering daar zat. Naar de overlevering wil heeft de witkwast, die in de Hervormde kerk driftig gehanteerd werd, deze schildering nooit helemaal onzichtbaar kunnen maken. In het gewelf vormt een zandstenen Mattheuskop de sluitsteen. Deze steen heeft de eeuwen sinds de kerkhervorming ongeschonden doorgestaan.

In de huidige parochiekerk is bij gelegenheid van de  40e  verjaardag van de kerkwijding in 1975 een reliëf links stelt de roeping van Levi voor, ontleend aan het evangelie van Marcus 2:13. Het reliëf stelt de maaltijd voor van Jezus met de tollenaars en zondaars in het huis van Levi-Mattheus. De scene is ontleed aan Marcus 2:15-17. Het gehele reliëf, bestaande uit uitgedreven koper drijfwerk, is gemaakt door J.Pirkner. Het kruis dateert uit 1934. De engel als symbool van de evangelist Mattheus treffen we aan op de preekstoel, die dateert uit ca.1955. Hierop zijn ook de symbolen van de drie andere evangelisten weergegeven.

In de kapel ”H.Hart” is St.Mattheus eveneens weergegeven in een gebrandschilderd raam van J.O.C. ten Horn (1894-1956).In de katholieke kerk speelde de kerkpatroon geen grote rol. De welpen van de scouting Eibergen beschikten in de jaren ’60 echter over een staf die getooid was met de Mattheusfiguur.

Hoe werd de Mattheus de kerkpatroon van Eibergen?

Waarom kreeg de parochie Eibergen dan toch de H.Mattheus als kerkpatroon? En Wanneer? Het ligt niet voor de hand te denken dat de parochie zelf met dit voorstel is gekomen. Met deze apostel en evangelist kunnen geen specifieke lokale of regionale legenden of overleveringen in verband worden gebracht. Meer zekerheid hebben we de overbrenging van zijn stoffelijke resten. In het jaar 1085 liet paus Grigorius  V11 de relikwieën van de H.Mattheus vanuit Etheopië overbrengen naar Salerno Van daaruit breidde de verering, onder invloed van de kruistochten, zich uit naar het noorden. Het Mattheuspatrocinium van de parochie Eibergen heeft historici altijd voor raadsels geplaatst. Het was één van de de twee parochies van het oude bisdom Múnster, waartoe Eibergen tot 1821 behoorde, die onder de bescherming stond van deze heilige. Die andere parochie was Wulfen, waar de parochie gesticht is in de 12e eeuw.

In samenhang met de overbrenging van de stoffelijke resten in 1805 stelde de Münsterse kerkhistoricus Tibus (1817-1895), dat de parochie Eibergen niet voor dat jaar gesticht kon zijn, aangezien er dan tot dan toe geen relieken van de heilige beschikbaar waren. Mattheus heeft in het bisdom Münster geen grote populariteit gekend. In het aartsbisdom Keulen hadden een vijftal kerken hem tot patroon. Tibus constateerde dat vier van deze Keulse Mattheuskerken, Caeciliakerken in hun nabijheid hadden. Toeval of niet? Behalve de algemene overweging dat de overeenkomst van de stoffelijke resten van de apostel naar Europa bijgedragen heeft tot de toename van het aantal aan hem gewijde kerken, moeten we ons afvragen of er specifieke (lokale) factoren ten grondslag liggen aan de keuze van deze patroonheilige voor Eibergen.

Het ligt voor de hand bij de toewijzing van de kerkpatronen Keulse invloeden in het Eibergse. Zo merkwaardig is de gedachten niet, temeer daar we in deze tijd nog uit moeten gaan van een zeer sterke Vredense invloed in Eibergen. Het stift aldaar bezat in Eibergen de grootste hoven: namelijk de hof te Eibergen zelf en in Rekken de hof te Odink.

In de twaalfde eeuw, de precieze datum is niet bekend, vond er een ruil plaats tussen keizer Frederik 1 en de aartsbisschop van Keulen, waarbij de laatste het genoemde Stift Vreden kreeg. Tegelijkertijd was er in de 11e en 12e eeuw van een invloedrijke heer van Borculo nog geen sprake terwijl ook de rol van de bisschop van Münster nog gering moet zijn geweest. De bisschoppen van Keulen en Münster stichtten in 1252 samen de stad Vreden. Het stadswapen is dan ook een combinatie van hun beider patronen: Petrus (Keulen) en (Munster).

Het is dus mijns inziens zeker niet onmogelijk dat, onder Keulse invloed, de kerk van Eibergen aan haar patroonheilige is gekomen. Gelet op de betekenis van het Stift Vreden in Eibergen, mag het ook zeker niet uitgesloten worden dat de kerk van Eibergen begonnen is als filiaal (dochterkerk) van de oude parochiekerk van Vreden.

Het moge duidelijk zijn dat de Eibergenaren niet zelf de patroon hebben uitgekozen of zelfs maar voorgedragen hebben. Tot bijzondere verering heeft de aanwezigheid van relieken van de kerkpatroon hier ter plaatse nooit geleid. Invloeden vanuit het aartsbisdom Keulen, via het Stift Vreden, in combinatie met de  overbrenging van het stoffelijk restant van de heilige naar Europa rond 1100, waardoor belangstelling gewekt werd voor de verering van Mattheus, lijken het meest in aanmerking te komen als motieven waarom de kerk onder zijn bescherming werd geplaatst.Daardoor is het ook aannemelijk dat de parochie niet veel ouder dan de 12de eeuw zal zijn.

Olden Eibergen, augustus 1995, Bennie te Vaarwerk.

Literatuur:

Heiligen en hun attributen (z.p./z.j.).

H.Kampschulte.Die Westfälischen Kirchenpatrcinen (Paderborn 1867).

D.H.Kerler, Die Patronate der Heiligen. Ein Alphabetisches Nachschlagebuch (Ulm 1905).

L.Korth, Die Patrocinien der Kirchen und Kapllen im Erzbistum Köln (Düsseldorf 1904).

F.J.de Leeuw, Mattheuskerk Eibergen 50 jaar (Eibergen 1958).

H.Odink. Kostgangers van onze lieve heer. Uit de geschiedenis van de Hervormde Gemeente Eibergen. Bewerkt en samengesteld door E.H. Wesselink (Eibergen 1984).

Rpfleiderrer, Die Attribute der Heiligen. Ein alphbetisches Nachschlagebuch (Ulm 1898).

Tibus, Gründungsgeschichte der Kirchen, Kloster und Kapllen des alten Bistums Münster (Münster 1869).

Lied ter ere van de H.Matthaeus patroon de parochiekerk te Eibergen

Matthaeus, heil’ge schutspatroon,
Zie liefd’rijk op ons neer;
Wees onze voorspraak bij den troon
Van Jezus, onze Heer.

refrein:

O Heilige Matthaeus,
O Heilige Matthaeus!
Op uw hulp vertouwen wij,
Sta ons altijd bij!

Moog’ Eibergen het oud geloof,
Bewaren onverlet;
Dat niemand ons de liefde ontroov’.
Voor ’s Heeren Heil’ge wet.

refrein

Verleen ons hulp ten allen tijd,
Volharding en geduld
In tegenspoed en bangen strijd,
Tot delging onzer schuld.

refrein

Bid om gena, die sterkt en hoedt,
In ‘kampen met den dood;
Dat onze ziel dan tijdig voed’
Het god’lijk levensbrood.

refrein

En leid ons allen na den dood,
Beschermend aan uw hand,
Uit ’s levens tegenspoed en nood
Naar ’t eeuwig vaderland.

refrein

 

H. Mattheuskerk

Toen de neogotische kerk van Eibergen in het begin van de jaren dertig werd afgebroken omdat deze te klein werd en eigenlijk niet meer viel te restaureren, was dat niet allen een praktische, maar ook een symbolische daad. De neo- gothiek had afgedaan en architect Sluymer uit Enschede ontwierp een neo Romaans-gotische kerk  De nadruk kwam, in tegenstelling tot de omhoogstrevende en uitbundige neo-gothiek te liggen op zware sobere vormen.

Een gedrongen zware toren en een degelijk bakstenen schip met kleine ramen. De handvormstenen zijn groter dan normaal en doen denken aan de oude kloostermoppen.

Voor de bouw van de pastorie is nog een speciale ontheffing verleend door de  Aartsbisschop om niet katholieke aannemers te mogen laten meedingen in de aanbesteding. In die tijd kwam het veel voor dat men uitsluitend bij geloofsgenoten kocht.

 

 

De Bijbel op de ramen uitgebeeld

    

  

De ronde van de glas-in-lood ramen begint in de dagkapel ( stiltecentrum).

■ Op het grote raam staat de geboorte van Christus op afgebeeld met de herders uit de velden rond  Betlehem (o.a Luc. 2, 6-20)

■ De engel brengt de blijde boodschap aan Maria (Luc  1  26-35)

■ Maria bezoekt haar nicht  Elisabeth, met op de achtergrond Zacharias , de man van Elisabeth en priester in de tempel te Jeruzalem  (1, 39-56)

■ Het bezoek van de 3 wijzen ( koningen)aan de stal, alwaar ze geschenken overhandigen,goud, wierook en mirre. ( Mt. 2, 1-12)

 De vlucht van Maria, Jozef en het Kind  naar Egypte. (Mt. 2, 13- 15)

■ Jezus  als  12 – Jarige tussen de wetgeleerden in de tempel te Jeruzalem. (Luc.2, 41-52)

■ De H. Familie afgebeeld in de timmerwerkplaats van Jozef.

■ De H. Isidorus patroonheilige van de agrariërs.

■ Doop van Jezus in de Jordaan door Johannes de Doper. (Luc.3, 21-22 

■ De bruiloft te  Kana, waar Jezus water in wijn veranderde. (Joh. 2, 1-12)

 Jezus spreekt  een  menigte toe. Hij verkondigde zijn boodschap veelal in zgn."parabels"

 Jezus zegent de kinderen, nadat Hij het volk toegesproken had.

■ Jezus ligt te slapen varend op een boot op een meer en een hevige storm breekt los. Jezus  beveelt de storm te gaan liggen. (Mc 4., 35-41  en Luc. 8 22- 25)

 Opwekking van  Lazarus met bij het graf de klagende vrouwen. (Jon. 11, 11.17. 38-44)

■ H. Caecilia patrones van de koren. Feestdag 22 november.

■ Jezus sterft aan het kruis  (grote raam bij koor).

 Adam en Eva in het paradijs. (Gen 3, 1-8)

 Intocht van Jezus in  Jeruzalem  (Mt. 21, 1-17)

 Tempelreiniging. Jezus met een zweep in de Hand gooit een  tafeltje met wisselgeld om  (Luc. 19, 45- 48)

 Jezus in het Hof van Olijven, in doodsangst biddend tot God  de Vader  (Mt. 26, 36- 40)

 Jezus geboeid voor Pilatus  (Mt. 27, 24)

 Geseling en bespotting van  Jezus. (Joh. 19, 1; Mc 15,15; Mt 27,26; Luc. 23- 22)

■ Jezus ontmoet op Zijn weg naar Golgotha enkele huilende vrouwen ( Luc. 23, 27-31)

 H. Mattheus patroon en naamgever van deze Kerk.

■ Jezus aan het kruis,

■ Kruisafname. (Piëta)

■ H. Geest daalt neer  over de apostelen in de gedaante van  vurige tongen (Hand. 2,1- 4)

■ Genezing van een dochtertje van een Romeinse veldheer (Mt. 7, 5-13)

■ "Emmaus- gangers" (Lc. 24, 13-35)  

■ Jezus overhandigt de grote sleutel van de hemel aan  Petrus  (Mt. 16, 19)

■ Jezus opneming ten hemel  (Hand. 1, 9- 11)

■ H. Eligius  (Eloi), bisschop van Noyon.

■ Johannes de  Doper (Jon 1, 19 – 34)