Met Caecilia speelt hetzelfde probleem als met zo vele andere martelaren uit de Romeinse tijd: van haar is weinig met zekerheid bekend. Waarschijnlijk zijn er zelfs twee Caecilia’s geweest, van wie de daden in één persoon zijn samengevoegd. Een van hen schonk haar woning aan de kerk. De andere is doodgemarteld, althans volgens haar passie (lijdensverhaal van martelaren) uit omstreeks 500. Dat zou gebeurd zijn in de eerste helft van de derde of vierde eeuw.

Volgens de passie was Caecilia een adellijke dame. Geheel tegen haar zin in werd ze uitgehuwelijkt aan de heidense jongeman Valerianus. Caecilia overreedde hem en haar zwager Tiburtius zich te bekeren en door paus Urbanus te laten dopen. Toen prefect Turcius Almachius dat ter ore kwam, liet hij de drie arresteren. Valerianus en Tiburtius werden onthoofd. Daarna werd geprobeerd Caecilia te laten stikken. Dat mislukte, waarop ook zij werd onthoofd. Spoedig daarna werden Caecilia en de twee mannelijke martelaren vereerd in de catacomben waar ze begraven werden.

In de negende eeuw werden de relieken overgebracht naar de kerk van Sint-Caecilia in Trastevere. Bij een latere restauratie van deze kerk zou het gebeente teruggevonden zijn. De heilige werd liggend in de rechterzij aangetroffen.

Behalve de meer algemene attributen als palm, boek, kroon en zwaard draagt Caecilia op latere afbeeldingen een persoonlijk voorwerp: een orgel. In de barok werd ze gewoonlijk orgelspelend afgebeeld.
De aanwezigheid van het muziekinstrument berustte op een passage uit haar legende: “Terwijl het orgel klonk, zong Caecilia in haar hart voor haar enige Heer.”.
Caecila is de patrones van muzikanten en beschermheilige van de muziek, meer in het bijzonder de kerkelijke muziek. Haar feestdag wordt met veel zang en muziek gevierd. Menig koor of muziekgezelschap is naar haar genoemd.

Een weerspreuk zegt: “De dag aan Caecilia gewijd, tekent ons de wintertijd”. Het verwijst naar haar gedenkdag, 22 november.

Klik hier voor meer informatie over de Heilige Caecilia.

 

Het Caecilialied wordt elk jaar gezongen tijdens de Caeciliaviering die in november wordt gehouden.

 

Vieren wij de feestdag
van de patrones Caecilia;
in geloof en deugden
is zij ons tot voorbeeld zonneklaar.
Heel haar leven heeft zij gestreden
voor Gods eer en heil der kerk;
bood haar jonge leven
als de kroon op Gods genadewerk.

 

Zie met welgevallen neer op ons,
die één zijn in 't geloof;
opdat ook wij na dit leven
delen in Gods glorie groot.
Zie niet naar wat wij misdreven,
wat de mens in zwakheid deed;
red ons voor het eeuwig leven,
spaar ons voor rampen en leed.

 

Laat ons het geloof bewaren
in blijde standvastigheid.
Leer ons geven, leer ons dragen
in oprechte eerlijkheid.
Laat nu God de weg ons wijzen
naar het licht van 't eeuwig feest;
waar wij eens voor altijd prijzen;
Vader, Zoon en Heil'ge Geest.

 

Alle eeuwen door zijt gij
de patrones van 't kerkelijk lied.
Bij uw heengaan naar de hemel
klonk er hemelse muziek.
Dat in onze leefgemeenschap,
het lied weer zijn plaats hervindt;
en ons blijve inspireren
tot gemeenschapszin, die bindt.