In 1862 werd door Johannes B. Lageschaar uit Vragender, die kerkmeester was in de R.K. Waterstaatskerk in Lichtenvoorde, contact opgenomen met aartsbisschop Mgr. Zwijsen van Utrecht over een R.K. bijkerk in Vragender. Ook had hij overleg met de parochie Lichtenvoorde, het dekenaat Groenlo en zelfs met de Minister van Eredienst. De benodigde grond, anderhalve bunder, werd afgestaan door de heren F. H. Lageschaar en G. J. Eeftink en toen in 1868 ook de vereiste tienduizend gulden bijeen was gebracht was de zaak rond. De bouw startte in 1869 onder leiding van een Duitse architect, de heer Schneider. De eerste steen werd gelegd op 7 juli 1869 door pastoor Lonink van Lichtenvoorde. Na veel tegenslagen - de winter van 1869/70 was zeer streng en de Duitse architect sneuvelde in de Frans-Duitse oorlog van 1870/1871 - kon de kerk eerst in 1871, onder leiding van Ter Wiele uit Azewijn, worden opgeleverd. Weliswaar zonder toren en pastorie.
Op 26 januari 1871 werd deze kerk plechtig ingewijd door pastoor Lonink. De 42,5 meter hoge toren kwam er in 1874. Vanaf 1871 tot 1876 deed een “paterskamer”, ingericht in het naastgelegen huis van de familie Overkamp, dienst als pastorie. Dat huis van de familie Overkamp was deels gebouwd van het overtollige materiaal van de bouw van de kerk. Hier huisde de eerste zielzorger van Vragender, Henricus Hubertus Clevers (* 1837) tot 1876.
Toen in 1876 de pastorie gereed kwam en Vragender tevens een zelfstandige parochie (Antonius van Padua) werd, kwam, als eerste pastoor in de geschiedenis van Vragender, Hermanus Jongerius (*1823) hier zijn intrek nemen.
Het eerste kerkbestuur bestond uit: G. J. Eeftink, G. J. Schilderink, Jan Harmelink en J. H. Weijenborg.
Rond 1950 bleek de kerk te klein en bouwvallig. In 1951/52 werd de kerk door aannemer te Brake uit Lievelde afgebroken en weer opgebouwd tot de huidige.
Bron Vereniging voor oudheidskunde LIchtenvoorde